PDF C++ Programming: From Problem Analysis to Program Design 8th Edition Edition D.S. Malik - eBook PDF download
PDF C++ Programming: From Problem Analysis to Program Design 8th Edition Edition D.S. Malik - eBook PDF download
com
https://ebooksecure.com/download/c-programming-
from-problem-analysis-to-program-design-ebook-pdf/
https://ebooksecure.com/product/original-pdf-c-programming-from-
problem-analysis-to-program-design-8th/
ebooksecure.com
https://ebooksecure.com/download/c-programming-program-design-
including-data-structures-ebook-pdf/
ebooksecure.com
https://ebooksecure.com/product/ebook-pdf-c-programming-from-problem-
analysis-to-program-design-7th/
ebooksecure.com
https://ebooksecure.com/download/strategic-management-competitiveness-
and-globalisation-7th-asia-pacific-edition-ebook-pdf/
ebooksecure.com
(eBook PDF) Guide to Clinical Documentation 3rd Edition
https://ebooksecure.com/product/ebook-pdf-guide-to-clinical-
documentation-3rd-edition/
ebooksecure.com
https://ebooksecure.com/product/ebook-pdf-mathematics-for-
engineers-5th-edition/
ebooksecure.com
https://ebooksecure.com/product/ebook-pdf-social-environmental-
conflicts-extractivism-and-human-rights-in-latin-america/
ebooksecure.com
https://ebooksecure.com/product/ebook-pdf-old-testament-story-the-9th-
edition/
ebooksecure.com
(eBook PDF) Wills, Trusts, and Estates: The Essentials:
The Essentials (Aspen Casebook Series) 4th Edition
https://ebooksecure.com/product/ebook-pdf-wills-trusts-and-estates-
the-essentials-the-essentials-aspen-casebook-series-4th-edition/
ebooksecure.com
C++ Programming:
From Problem Analysis to Program Design
Eighth Edition
D.S. Malik
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
C++ Programming: From Problem Analysis to Pro- © 2018, 2015, 2013 Cengage Learning®
gram Design, Eighth Edition ALL RIGHTS RESERVED. No part of this work covered by the copyright
D.S. Malik herein may be reproduced or distributed in any form or by any means, ex-
cept as permitted by U.S. copyright law, without the prior written permis-
Senior Product Director: Kathleen McMahon sion of the copyright owner.
Product Team Leader: Kristin McNary
Associate Product Manager: Kate Mason For product information and technology assistance, contact us at
Associate Content Development Manager: Cengage Learning Customer & Sales Support, 1-800-354-9706
Alyssa Pratt
For permission to use material from this text or product,
Production Director: Patty Stephan
submit all requests online at www.cengage.com/permissions.
Senior Content Project Manager: Jennifer Further permissions questions can be emailed to
Feltri-George permissionrequest@cengage.com.
Manufacturing Planner: Julio Esperas
Art Director/Cover Design: Diana Graham Library of Congress Control Number: 2016960054
Production Service/Composition:
ISBN: 978-1-337-10208-7
SPi Global
Cover Photo: Cebas/Shutterstock.com Cengage Learning
20 Channel Center Street
Boston, MA 02210
USA
Purchase any of our products at your local college store or at our preferred
online store www.cengagebrain.com.
Any fictional data related to persons or companies or URLs used throughout
this book is intended for instructional purposes only. At the time this book
was printed, any such data was fictional and not belonging to any real
persons or companies.
The programs in this book are for instructional purposes only. They have
been tested with care, but are not guaranteed for any particular intent
beyond educational purposes. The author and the publisher do not offer any
warranties or representations, nor do they accept any liabilities with respect
to the programs.
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
TO
My Daughter
Shelly Malik
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
e Hunlhomas/Shutterstock.oom
PREFACE xxxi ii
1. An Overview of Computers and Programming Languages
2. Basic Elements of c++ 27
3. Input/Output 123
4. Control Structures I (Selection) 187
5. Control Structures II (Repetition) 265
6. User-Defined Functions 347
7. User-Defined Simple Data Types, Namespaces,
and the string Type 467
8. Arrays and Strings 521
9. Records (structs) 611
10. Classes and Data Abstraction 651
11. Inheritance and Composition 743
12. Pointers, Classes, Vi rtua I Functions, and Abstract Classes 817
13. Overloading and Templates 893
14. Exception Handling 991
15. Recursion 1035
16. Searching, Sorting, and the vector Type 1069
17. Linked Lists 1115
18. Stacks and Queues 1209
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
viii | C++ Programming: From Problem Analysis to Program Design, Eighth Edition
INDEX 1413
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
Visit https://testbankfan.com
now to explore a rich
collection of testbank or
solution manual and enjoy
exciting offers!
e Hunlhomas/Shutterstock.oom
Preface xxxiii
II AN OVERVIEW Of COMPUTERS
AND PROGRAMMING LANGUAGES
Introduction
1
Programming Methodologies 20
Structured Programming 20
Object-Oriented Programming 20
ANSI/ISO Standard C++ 22
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
x | C++ Programming: From Problem Analysis to Program Design, Eighth Edition
Quick Review 22
Exercises 24
Data Types 37
Simple Data Types 38
Floating-Point Data Types 40
string Type 53
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
Table of Contents | xi
Assignment Statement 57
Saving and Using the Value of an Expression 60
Declaring and Initializing Variables 61
Input (Read) Statement 62
Variable Initialization 65
Output 71
Preprocessor Directives 78
namespace and Using cin and cout in a Program 79
Using the string Data Type in a Program 80
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
xii | C++ Programming: From Problem Analysis to Program Design, Eighth Edition
Exercises 104
INPUT/OUTPUT 123
3
I/O Streams and Standard I/O Devices 124
cin and the Extraction Operator >> 125
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
Table of Contents | xiii
Exercises 175
CONTROL STRUCTURES I
4 (SELECTION) 187
Control Structures 188
SELECTION: if AND if . . . else 189
Relational Operators and Simple Data Types 189
Comparing Characters 190
One-Way Selection 191
Two-Way Selection 194
int Data Type and Logical (Boolean) Expressions 198
bool Data Type and Logical (Boolean) Expressions 198
Logical (Boolean) Operators and Logical Expressions 199
Order of Precedence 201
Copyright 2018 Cengage Learning. All Rights Reserved. May not be copied, scanned, or duplicated, in whole or in part. WCN 02-200-203
Exploring the Variety of Random
Documents with Different Content
Een slaapwind woei over de wachters heen, een diepe slaap
overviel hen, en de zware deuren vielen geluidloos van zelf open.
Toen hij ver verwijderd was van zijn huis, zond hij zijn geleider met
de koninklijk getooide paarden terug, ruilde met een haveloozen
bedelaar van kleeren en ging alleen verder. Daar trad de heerscher
van het booze op zijn pad en bood hem de heerschappij aan over de
vier groote werelddeelen als hij wilde afzien van zijn plan. Maar hij
weerstond de verzoeking en trok naar een ander rijk. Daar vestigde
hij zich in een hol en trachtte de Brahmanen te overtuigen, dat
Brahma geen God kan zijn, daar hij zulk een slechte wereld had
geschapen. De Brahmanen ontvingen hem met wantrouwen en nu
trok hij zich met vijf discipelen in de eenzaamheid terug om zich over
te geven aan diepe overpeinzing en zelfkastijding.
Eindelijk kwam hij naar Benares, kreeg hier weer zijn eerste
discipelen en nu verbreidde zich zijn gemeente, de orde der gele
bedelmonniken, verder en verder. Gedurende den regentijd, van Juni
tot October, leerde hij in Benares; gedurende het schoone jaargetijde
trok hij van dorp tot dorp. „Afschuw van het booze, beoefening van
het goede, reiniging van het hart, dat is de leer van Boeddha,” zoo
predikte hij. Hij stierf op den leeftijd van tachtig jaar, 480 jaar voor de
geboorte van Christus.
Boeddha was een hervormer, die aan het godsdienstig geloof der
Indiërs nieuw voedsel wilde geven. Velen zijner ordebroeders waren
Brahmanen. Hij verwierp de Vedaboeken, het kastijden van het
lichaam en het kastenwezen, predikte naastenliefde, en leerde, dat
de weg naar het Nirwana, het paradijs der stilte en volkomenheid
voor ieder open staat. Geschriften heeft hij niet achtergelaten. Maar
zijn leer bleef in het geheugen zijner discipelen, die ze later
neerschreven. De vijf hoofdgeboden waren:
Toen ik den eersten keer naar Indië reisde, vergezelde mij een
bediende, een Russische kozak, uit Oost-Siberië. Hij had nog nooit een
olifant gezien, en zijn verbazing was dan ook grenzenloos, toen wij in
een Indische stad een heele troep van deze grijs-zwarte kolossen
tegenkwamen. [178]
„Ja, gij ziet toch, dat zij loopen en gehoorzaam hun drijvers volgen?”
„Ik meende werkelijk, dat het een soort locomotieven waren, die door
een inwendige machine in gang werden gebracht.”
„Neen, neen, het zijn olifanten, die eens wild in de bosschen leefden,
maar gevangen en getemd, als rij- en lastdieren uitnemende diensten
bewijzen. Let op, ik zal u toonen, dat zij ook kunnen eten.”
„Ja,” zeide mijn kozak nadenkend, „het zijn echte dieren; maar zoo iets
merkwaardigs heb ik in mijn geheele leven nog niet gezien.”
Als een kudde wilde olifanten verschrikt wordt, slaat zij ijlings op de
vlucht. Meestal volgt ze oude, uitgetreden paden door het kreupelhout,
maar ook als nieuwe gebaand moeten worden, gaan de dieren, als de
ganzen, met opgerolden snuit achter elkaar, opdat de eersten den weg
banen. Het dichtste struikgewas van bamboesriet versplintert als glas
onder hun gewicht en langs hun zijden kraken de geknakte takken en
neergetrapte stammen. De grijs-roode jongen loopen tusschen de vier
pooten der moeder, en deze passen zorgvuldig op, dat zij hun jongen
niet trappen. Snelstroomende rivieren zijn voor de olifanten geen
hinderpaal; zij gaan rustig in het water en als zij geen grond meer
voelen zwemmen zij; de geheele kudde laat zich op den stroom
afdrijven, maar nadert daarbij gelijkmatig den anderen oever. Tegen hun
borst kabbelt het water als tegen een stoomboot. De pasgeboren
jongen worden door de moeder onder het zwemmen met den snuit
ondersteund; de grootere klimmen op haar rug. Zoodra de dieren grond
hebben, heffen hun zwarte ruggen zich uit het water en dan gaat het in
langzamen draf door nieuw struikgewas heen.
Olifanten.
In Indië vangt men ook wel heele kudden olifanten opeens, en deze
jacht is wel het meest grootsche en wonderbaarlijkste, [181]wat men zich
van jagen kan voorstellen. Vele honderden inboorlingen worden
opgeroepen en zooveel tamme olifanten als maar mogelijk is. Zoodra
de plek bekend is, waar zich de kudde, misschien uit honderd dieren
bestaande, bevindt, wordt er rondom een keten van verscheidene
kilometers omvang gemaakt en zoo snel en zacht mogelijk een heining
van bamboesriet opgesteld. Na ongeveer tien dagen worden de
olifanten onrustig en beproeven door te breken, maar waarheen zij zich
ook keeren, overal worden zij met kreten en geroep, schoten en
zwaaiende, brandende fakkels ontvangen. Eindelijk schikken zij zich in
hun lot en blijven in het midden van den kring staan, waar zij het minst
gehinderd worden.
Intusschen heeft men van vier meter hooge palen een sterke afsluiting
gemaakt van hoogstens 50 meter middellijn. De vier meter breede
ingang kan door een groote valdeur in een oogenblik afgesloten worden
en van de posten der deur loopen twee lange planken heiningen, die
naar buiten steeds verder van elkaar verwijderd zijn. Nu nadert de
groote kring van drijvers de kudde meer en meer, en jaagt ze, onder
geraas en geschreeuw, in deze breede, steeds nauwer wordende gang
en daar de olifanten geen anderen weg vrij vinden, stormen zij in de
stevige omheining, de deur valt achter hen dicht en zij zijn in den val
gevangen. Zij beproeven de omheining wel te vernielen, maar deze is te
sterk, en de drijvers jagen ze van buiten af steeds weer terug.
Nu laat men de dieren acht en veertig uur met rust, en dan begint pas
het gevaarlijkst en moeilijkste deel van de jacht. De ervarenste en
handigste vangers rijden op goed-gedresseerde, tamme olifanten de
afsluiting binnen; zij zijn handig als katten en bij al hun vermetelheid
toch zeer op hun hoede. De tamme olifanten zijn van strikken voorzien,
waaraan de ruiter zich vasthoudt en, als hij wordt aangevallen, zich laat
afglijden. Deze rijdieren worden door hun heer met een kleinen ijzeren
prikkel voor- of achterwaarts, rechts of links gestuurd. Zoo nadert de
ruiter een der wilde olifanten. Als deze tot den aanval overgaat, is
dadelijk een tweede tamme olifant ter plaatse, die hem met zijn
stoottanden bewerkt. Op het juiste oogenblik werpt de ruiter zijn
slachtoffer den strik om den kop, de tamme olifant helpt met zijn snuit
den strik goed leggen en het andere einde wordt om den stam van een
boom geknoopt. Dan laat de ruiter zich op den grond neer en legt het
dier een tweede en derde lus om de achterpooten. Nu is het
onschadelijk gemaakt en rukt en trekt vergeefs aan zijn boeien. Andere
ruiters hebben intusschen eveneens zijn wilde neven gebonden. [182]
Het is een aardig gezicht de tamme olifanten bij hun werk te zien. Zij
dragen hout voor het bouwen en balen koopwaar op de landwegen en
zijn overal, waar men groote kracht noodig heeft, in vrede en in oorlog
een nuttige hulp.
Toen de nu gestorven koning van Engeland in 1903 tot keizer van Indië
werd gekroond, hadden er groote feestelijkheden in Dehli plaats, aan
welker voorbereiding verscheiden jaren werd gewerkt. Een bepaalde
wedijver ontbrandde onder de vele Indische vorsten voor de ontplooing
van pracht en rijkdom. Voor Dehli werd een nieuwe feeststad gebouwd
van reuzengroote tenten, met woningen, straten en marktpleinen, om na
enkele dagen weer van den aardbodem te verdwijnen en op den dag
van het kroningsfeest ging een der schitterendste optochten, die de
wereld ooit heeft gezien, door de straten van Dehli. Voorop reed de
hertog van Connaught, als vertegenwoordiger van zijn koninklijken
broeder, die zelf niet aanwezig was, en de vice-koning, lord Curzon, met
zijn jeugdige gemalin, op hooge olifanten; haar zadel geleek een
gouden tempel met een koningstroon, en daarop volgden alle
regeerende vorsten en Maharadscha’s van Indië in gewaden van
goudbrokaat en bezaaid met edelgesteenten. De groote, waardige
olifanten droegen hun hooge heeren door het gewoel van vele
honderdduizenden Hindoes en Mohammedanen en boven de hoofden
der toeschouwers en door een bosch van lansen en geleken op groote,
wandelende kolossen, zoodat ze de indrukwekkendheid van den stoet
verhoogden. Hun lichaam verdween bijna onder kostbare, met goud en
zilver overladen, bont geborduurde zijden kleeden, en overal
schommelden gouden ketenen en kwasten; driepuntige doeken hingen
over hun voorhoofd omlaag, tot aan de vergulde, of met metalen
schubben overtrokken slagtanden. Rijk beladen met de schatten van
Indië, met goud en diamanten, zijden kleeden uit Benares, parelen van
de kusten van Bahrein en Ceylon, liepen zij met een waardigheid verder
alsof zij wisten, hoe onontbeerlijk zij zijn, als het er om gaat een
onuitwischbaren indruk te maken op de volkeren van Indië.
Naar de wijze van hun jagen en naar hun smaak, zou men drie soorten
tijgers kunnen onderscheiden, de eene leeft in de moerassen en
wouden van wild, de andere zoekt tam vee als buit, en de derde is
slechts met menschenvleesch te verzadigen! De laatste soort is tamelijk
zeldzaam. In het algemeen gaat de tijger voor laf door, evenals de
dieren der moerassen hem, zoo vreest hij de menschen.
Den volgenden nacht komt hij langs hetzelfde spoor terug om de rest
van zijn maaltijd te halen, hij gebruikt altijd de wegen, waarlangs de
herders gaan. Deze gewoonte van hem kennen [187]de jagers, en als zij
hem met zoo min mogelijk gevaar te lijf willen, leggen zij een grooten,
ijzeren val op z’n weg, die zoo is samengesteld, dat spitse ijzeren
tanden boven den klauw samen klappen, zoodra de tijger in den ijzeren
ring stapt.
Als de tijger uitgeslapen is, staat hij op, kromt rug en staart als een kat,
rekt zich uit, zoodat de nagels van de voorste klauwen in de aarde
graven en geeuwt met wijd opengesperden muil en uitgestrekte, sterk
gespannen tong. Als hij diep adem haalt, is het alsof een dof gebrul
door het woud gaat. Hij schudt de aarde af, poetst zich schoon met de
tong en likt den grooten, stijven knevel. Daarna gaat hij zacht en
voorzichtig door het kreupelhout, met wijd geopende oogen die in het
donker als groene lichten schitteren. Het riet breekt onder zijn klauwen.
Een nachtuil huilt in een boom boven hem; een vos hoort hem komen
en staat dadelijk stil met opgeheven voorpoot.
Nu weet de jager, dat zijn vijand vastzit, maar hij waagt het nog niet
hem te volgen. Het dier is in elk geval den dood gewijd, want het moet
verhongeren, omdat het ijzer hem verhindert op buit uit te gaan. Het
spoor van het ijzer is duidelijk genoeg en pas na verscheidene dagen
nadert de jager met gespannen geweer en te paard, om te kunnen
vluchten als het beest zijn laatste krachten tot den sprong verzamelt. Bij
zijn [188]nadering richt de uitgeputte tijger zich op; spieren en huid
rondom den geopenden muil zijn verwrongen, de oogen fonkelen groen
van haat en hij sist dreigend, want hij weet, dat zijn laatste uur is
gekomen. De schoten weergalmen in het bosch, en doodelijk getroffen
zinkt hij over het vangijzer neer.
In Midden-Azië waar ik de sporen van den tijger bij het Lop-nor en den
Tarim, dikwijls heb gezien, is hij niet zoo gevaarlijk voor de menschen,
maar in Indië zijn tijgers, die mijlen in den omtrek schrik en dood
verspreiden. Een volwassen tijger is gemeten van den neus tot het
einde der staart drie meter lang. De menschendooder is gewoonlijk een
tijgerin; misschien heeft eens een toeval haar tot dezen smaak
gebracht, of het was haar, toen zij jongen had, die zij niet graag alleen
liet, gemakkelijker herders, houthakkers, postboden enz. te overvallen,
nog liever vrouwen en kinderen, want dezen gaan ongewapend en bijna
naakt en hun huid is zachter. Als de tijger een mensch aanvalt slaat hij
hem de hoektanden in den strot, draait hem met de klauwen het hoofd
om, en breekt zoo zijn wervelkolom. Bij zijn sprong stoot hij een korten,
doffen, hoestachtigen klank uit, welke het weerloos slachtoffer het bloed
in de aderen doet stollen. Eenige jaren geleden doodde men een
tijgerin, die 132 menschen, mannen, vrouwen en kinderen, had
opgegeten; een andere verscheurde er 127. In het jaar 1886 zijn in
Indië bijna 1000 menschen ten offer gevallen aan deze wildste en
bloeddorstigste van alle roofdieren, en 1400 tijgers werden door
menschen gedood. Geheele dorpen werden verlaten, als zich in de
nabijheid een menschendooder had gevestigd, die op vastgestelde
tijdstippen een slachtoffer haalt. Men verlegt wegen en voetpaden, voor
zulke beesten en waagt zich slechts, sterk gewapend en in grooten
getale in het bosch. De bevolking van zulke dorpen zweeft voortdurend
in doodsgevaar. Als een alleen zijnde jager plotseling tusschen de
grashalmen het gestreepte ondier op den loer ziet liggen, heeft hij geen
tijd meer zijn geweer op te heffen en te mikken. Daarom jaagt men
liever op den tijger van den rug van een olifant, vanwaar men het
kreupelhout beter kan overzien, neemt groote voorzorgsmaatregelen,
en roept een menigte menschen en honden op. Een goede hulp voor de
jagers zijn de kraaien en kleine vogels, die door angstig geschreeuw
voor het naderend ondier waarschuwen. Maar de beste speurders zijn
de apen, want zij razen en schreeuwen en schudden de takken, als een
tijger onder hun boom sluipt.
De moedigste tijgerjager, dien ik ooit heb ontmoet, was de
[189]Engelsche generaal Gerard in Indië, hij waagde zich geheel alleen
met zijn geweer met dubbelen loop in de kreupelbosschen en de
tijgerjacht was zijn lievelingssport hij sprak er over alsof het de
eenvoudigste zaak ter wereld was. Hij maakte verre reizen om met zijn
kogel een dezer roofdieren te vellen, dat de menschen in het een of
ander dorp verontrustte. Hij placht de tijger in zijn eigen schuilhoeken
op te zoeken en kroop als het moest, op handen en voeten door de
struiken. Bukte de tijger zich, zijn krachten voor den sprong
verzamelend, dan mikte hij met ongelooflijke koelbloedigheid op het
hart van het dier en nooit miste hij zijn doel al had hij den tweeden
patroon ook steeds in reserve. Op deze moedige en gevaarlijkste
jachttochten had hij alleen 216 tijgers gedood.
Veel veiliger is de jager natuurlijk als hij list te baat neemt. Zulk een
jacht heeft een Engelschman mij eens beschreven. Vroeg in den
morgen had een tijger een koe gehaald, maar geen tijd gehad zich zat
te eten, en nadat hij zijn buit in het struikgewas had verborgen, ging hij
naar zijn schuilplaats om gedurende den dag te slapen. Het was dus
zeker, dat hij den volgenden nacht zou terugkeeren. De jager bond nu
in de nabijheid der doode koe, een os aan een paal en verborg zich drie
meter boven den grond tusschen de takken van een boom, die de paal
overschaduwden.
Te vijf uur in den namiddag nam hij zijn plaats in; de zon ging onder, de
schemering kwam en de nacht brak aan. Maar de maan verspreidde
eenig licht. Diepe stilte heerschte in het rond, de os stond te slapen, en
de jager wachtte, zonder geluid te maken in zijn schuilhoek.
Daar klonk in de verte een dof, schor geluid, daarna werd het weer stil.
Spoedig toonde de os de grootste onrust, en de jager waagde het ook
ternauwernood adem te halen, want hij had het roofdier reeds
opgemerkt, het zat eenige schreden verwijderd, en staarde
onafgebroken naar den os, die zoo ver was teruggeweken als het touw
hem toeliet. Geruimen tijd zat de tijger onbeweeglijk, alsof hij een
hinderlaag speurde; het was zoo doodstil, dat hij het kloppen van het
hart van den jager en den os moest hooren. Geen blad bewoog zich, de
maan scheen nu helder, maar de dampen van den Indischen nacht
lagen zwaar op den aardbodem. De jager verkeerde in een
koortsachtige opwinding.